English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word reenact

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
reenact
(introduce; present; offer; perform; play; render; represent; constitute; tender; lodge; serve up)
; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ;
reenact
(repeat; reiterate)
enact
(decree)
; ;
enact
(legalize)
;
leĝigi
enact
(play)
reenactment
(repetition)
;

EnglishDutch
reenact naspelen; reconstrueren; weer van kracht worden
enact bepalen; opvoeren; spelen; tot wet verheffen; uitvaardigen; vaststellen