English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word playmate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(match; pair)
pariĝi
(have sexual intercourse)
gemeenschap hebben
sekskuniĝi
(friend)
(wife; spouse);
(husband; spouse);
(couple; match; pair; unite)
parigi
(co‐sponsor; crony)
(checkmate);
(enact)
(play on);
ludi sur
🔗 Afterwards perhaps you will play the flute for us.
(theatre play; piece);
(act as)
ludi la rolon de
(introduce; present; offer; perform; reenact; render; represent; constitute; tender; lodge; serve up)
(sing)
ten gehore brengen
🔗 So he played with him every time he got a chance.
🔗 Climate change is definitely playing a rôle in the high temperatures that Argentina and other countries in the region are currently experiencing.

EnglishDutch
playmate speelgenoot; speelkameraad; speelmakker
mate gabber; gezel; gezellin; helper; huwen; in de echt verenigen; kameraad; kornuit; laten paren; levensgezel; levensgezellin; maat; maatje; makker; mannetje; mat; mat zetten; metgezel; metgezellin; paren; schaakmat; schaakmat zetten; stuurman; verenigen; vriend; vrind; wijfje; zich verenigen
play afdraaien; afspelen; bespelen; bewegingsvrijheid; blazen; draaien; gokspel; laten spelen; laten uitspartelen; liefdesspel; manier van spelen; meedoen; opstellen; speelruimte; spel; spelen; spelen op; spelen tegen; spelen voor; speling; stoten; stuk; ten gehore brengen; toneelspel; toneelstuk; uithalen; uithangen; uitkomen tegen; uitspelen; van de partij zijn