Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord counterpart

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(equivalent)
🔗 The last time Russian president Vladimir Putin met with his Chinese counterpart, Xí Jìnpíng, the future looked very different.
(colleague);
🔗 The prime minister starts his week with a visit to Dublin, where he will meet his Irish counterpart Leo Varadkar.
counter
toonbank
counter
(buffet; bar)
counter
(ticket‐window; window; office; box‐office; ticket‐office; hatch; wicket)
counter
(mark; stamp)
counter
(combat; contend with; fight; fight against; run against; take on)
;
(component; element; ingredient)
(component; element; ingredient)
(piece; share; portion); ; ; ;
🔗 Some PHP functions use a function you provide them with to do part of their work.
(demarcate; divide)
dislimi
(organ; voice)
; ;
(divide; separate; segregate)
(divide; separate)
🔗 And we’ll never never part.
(rôle)
🔗 They’re only acting the part of the enemy.
(component)

EngelsNederlands
counterpart ambtgenoot; collega; equivalent; evenknie; pendant; tegenbeeld; tegenhanger; tegenstem
counter afslaan; afweren; balie; belegstuk; counter; counteren; fiche; gilling; hielstuk; ingaan tegen; legstuk; loket; pareren; rekenaar; tegen … in; tegenbod; tegengesteld; tegenspreken; tegenstoot; tegenwerken; tegen‐; teller; toonbank
part aandeel; aflevering; bestanddeel; breken; deel; emplooi; gedeelte; kant; onderdeel; part; partij; plicht; rol; scheiden; stem; stuk; taak; uiteengaan; uiteenwijken; verdelen; zaak; zich verdelen; zijde