Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord tegenspreken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; ; contest ; dispute ; ; | ||
belie | ||
(ontkennen) | ; belie | |
; | ||
🔗 Het is niet aan mij de computer tegen te spreken. | ||
(praten) | ; | |
🔗 De burgemeester wil je spreken. | ||
(praten) | ||
🔗 Maar ik kon niet spreken. | ||
(zeggen) | ||
🔗 „Ge gaat te ver”, sprak de markies. | ||
(praten) | ||
🔗 Op een winterse dag met Regin over zijn toekomst sprekend, vroeg Sigurd: „Welke daden worden van mij verwacht?” |
Nederlands | Engels |
---|---|
tegenspreken | ⇆ answer back; ⇆ contradict; ⇆ counter; ⇆ gainsay; ⇆ say nay |
zichzelf tegenspreken | ⇆ contradict oneself |
ontegensprekelijk | ⇆ incontestable; ⇆ undeniable; ⇆ unquestionable; ⇆ unarguable |
spreken | ⇆ converse; ⇆ discourse; ⇆ speak; ⇆ talk; ⇆ see; ⇆ say |