Informatie over het woord merkteken (Nederlands → Esperanto: marko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈmɛrᵊktekə(n)/
Afbrekingmerk·te·ken
Geslachtonzijdig
Meervoudmerktekens

Voorbeelden van gebruik

Hij herkende ze zowat allemaal, zonder dat hij naar de merktekens op de flanken hoefde te kijken.

Vertalingen

Deensmærke
Engelsmark
Esperantomarko
Franscachet; marque
Portugeesmarca; sinal
SaterfriesMäärk
Spaansmarca
Turksalamet
Westerlauwers Friesmerk
Zweedsmärke