Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes geven
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
erteilen ; ; herreichen ; verabreichen ; ; ; spenden ; ; ; überantworten ; anvertrauen ; ergeben ; gewähren ; gestatten | ||
🔗 Gij gaaft het al. | ||
(houden van) | ; ; ; wertschätzen ; würdigen | |
🔗 Ik wist niet dat jij om poëzie gaf. | ||
(aanreiken; afgeven; overbrengen; overgeven; overreiken; toereiken; doorgeven) | ; aushändigen ; einhändigen ; herreichen ; überliefern ; ; überreichen | |
(aanduiden; aanwijzen; beduiden; wijzen; wijzen op) | ; ; anweisen ; ; anzeigen ; ; hinweisen auf ; deuten auf ; | |
🔗 Sandy keek in de aangegeven richting. | ||
(aanduiden; kenmerken; merken) | ; markieren ; zeichnen ; anzeichnen ; kennzeichnen | signi |
(verklaren) | deklarieren ; ; ; anzeigen ; verkünden ; ansagen | |
🔗 U heeft namelijk aangegeven dat u zich toen niet meer beschikbaar stelde. | ||
(aanbrengen; aangifte doen van) | ; anzeigen ; denunzieren ; hinterbringen ; anschwärzen ; eine Anzeige wegen … machen | |
🔗 We moeten de diefstal aangeven. | ||
(in bewaring geven) | deponieren ; hinterlegen ; verwahren ; in Verwahrung geben ; zur Aufbewahrung geben ; anlegen ; ; ; | |
🔗 Als er geld in die koffer zit, wat ik erg betwijfel, geeft hij hem niet af in het bagedepot. | ||
(verspreiden) | ausbreiten | disvastigi |
(aangeven; aanreiken; afdragen; overbrengen; overgeven; overreiken; toereiken; overdragen) | ; aushändigen ; einhändigen ; herreichen ; überliefern ; ; überreichen | |
🔗 Dit is het pakje dat hij zou afgeven. | ||
(laten rondgaan) | zirkulieren lassen ; im Umlauf setzen ; im Umlauf bringen | |
(aangeven; aanreiken; overbrengen; overgeven; overreiken; overdragen) | ; aushändigen ; einhändigen ; herreichen ; überliefern ; ; überreichen | |
🔗 „Wat doe je in Engeland?” vroeg Biggles, terwijl hij Sandy de menukaart doorgaf. | ||
Gegebene | ||
(donateur; schenker) | Schenkender ; Schenker | |
🔗 De goede gevers die hun gulheid liever geheimhouden, zijn in het nadeel. | ||
(teruggeven; weergeven) | vergelten ; wiedergeben ; ; erwidern ; | |
vielversprechend ; Hoffnung erweckend | ||
🔗 Biggles moest toegeven dat de huidige omstandigheden allesbehalve hoopgevend waren, maar hij drukte de anderen op het hart dat ze nog lang niet verslagen waren. | ||
; hineintun ; hineinbringen ; hineinschaffen ; hineinstecken ; hineintreiben ; hereinbringen ; hereinschaffen | ||
🔗 Hij kreeg een lumineus idee, keerde terug naar Google en gaf Wasserij Schepens in. | ||
strahlend | lumanta | |
ausstatten ; dotieren | ||
(afstaan; bezwijken) | ; nachgeben ; ; überlassen ; zedieren ; übertragen ; einräumen ; zurückweichen | |
(toedichten; toeschrijven) | beimessen ; zuschreiben ; zuteilen ; übertragen ; ; zueignen ; zurückführen | |
🔗 Ik moet ze hun prestaties nageven. | ||
(boodschap; opdracht) | ; Bestellung ; Kommission ; Besorgung ; Vermittlung | |
(prijsgeven) | ||
🔗 Hij gaf zeer veel slijm op. | ||
(afstand doen van; afzien van) | entsagen ; verzichten | |
🔗 Amro gaf zijn pogingen om in slaap te vallen op. | ||
(vertellen) | ||
🔗 Ze gaven hun namen op. | ||
Aufhören | ||
🔗 Waarom zei u dat u zo’n expert was in het opgeven van het roken? | ||
(ophouden met) | ein Ende machen ; beenden ; Einhalt gebieten ; ; ; ; | |
🔗 Omdat ik het al zo dikwijls opgegeven heb. | ||
(aangeven; aanreiken; afdragen; afgeven; overbrengen; overreiken; doorgeven; overdragen) | ; aushändigen ; einhändigen ; herreichen ; überliefern ; ; überreichen | |
🔗 U moet mij of vrijlaten, of aan de politie overgeven, zo staat het in de wet. | ||
(braken; kotsen; spugen; vomeren) | sich brechen ; sich erbrechen ; sich übergeben | |
🔗 Neem me niet kwalijk als ik moet overgeven. | ||
(opgeven) | ||
🔗 Wij kunnen geen oordeel vellen over feiten die u niet aan de openbaarheid prijsgeeft. | ||
austeilen ; ; zuteilen ; ausgeben ; | ||
vergelten ; wiedergeben ; ; erwidern ; | ||
🔗 Geef terug dat ding! | ||
; beifügen ; zufügen ; hinzutun ; ; ; hinzufügen ; beilegen ; ergänzen ; hinzusetzen | ||
konzedieren ; zugestehen ; bewilligen ; einräumen | ||
(bekennen; erkennen) | ; ; eingestehen ; ; bekennen ; beichten | |
🔗 U geeft dus toe dat u geweld hebt gebruikt! | ||
(in omloop brengen) | emittieren | |
(besteden; spenderen; verteren) | auslegen ; verausgaben | |
🔗 We geven te veel aan eten uit! | ||
(uitbrengen) | herausgeben ; ausgeben ; verlegen | |
(weggeven) | weggeben ; fortgeben ; hingeben ; preisgeben ; ergeben | |
(begenadigen) | entschuldigen ; verzeihen | |
🔗 God vergeve het mij dat ik zo over een dode spreek. | ||
(doen alsof; voorwenden) | ; den Vorwand brauchen ; vorgeben ; vorschützen | |
(doen alsof; voorwenden) | erheucheln | ŝajnigi |
(vormen) | Fasson geben | |
(genereus; gul; kwistig; royaal; scheutig) | freigebig ; spendabel | |
🔗 Salt Lake City is de vrijgevigste stad van Amerika. | ||
vergelten ; wiedergeben ; ; erwidern ; | ||
(vergeven) | weggeben ; fortgeben ; hingeben ; preisgeben ; ergeben |