Information über das Wort voorgeven (Niederländisch → Esperanto: ŝajnigi)

Synonyme: doen alsof, fingeren, veinzen, voorwenden

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) geef voor(ik) gaf voor
(jij) geeft voor(jij) gaf voor
(hij) geeft voor(hij) gaf voor
(wij) geven voor(wij) gaven voor
(jullie) geven voor(jullie) gaven voor
(gij) geeft voor(gij) gaaft voor
(zij) geven voor(zij) gaven voor
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) voorgeve(dat ik) voorgave
(dat jij) voorgeve(dat jij) voorgave
(dat hij) voorgeve(dat hij) voorgave
(dat wij) voorgeven(dat wij) voorgaven
(dat jullie) voorgeven(dat jullie) voorgaven
(dat gij) voorgevet(dat gij) voorgavet
(dat zij) voorgeven(dat zij) voorgaven
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
geef voorgeeft voor
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
voorgevend, voorgevende(hebben) voorgegeven

Übersetzungen

Dänischlade som om; foregive
Deutscherheucheln
Englischpretend
Esperantoŝajnigi
Färöerischlátast
Isländischþykjast
Norwegischlate som om; late som
Portugiesischaparentar; fingir; simular
Saterfriesischsimulierje
Schwedischlåtsas som om
Spanischaparentar; fingir
Suaheli‐jifanya
Westfriesischbeare