Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord stretching

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
stretching
(exertion)
;
uitrekking
(expand; reach; spread; stretch out); ; ;
(run; expand; extend; range; reach; spread)
(rack; strain; stress; tense);
(tighten)
streĉiĝi
(expanse; expansion; extension; sweep)
(be not scrupulous about)
; ;
🔗 She stretched her arms, tucked her hands behind her head and lay thinking.
🔗 He stretched his memory as hard as he could to remember Eva Bentley’s birthdate.

EngelsNederlands
stretching spanning
stretch eind; geweld aandoen; het niet zo nauw nemen met; inspannen; inspanning; oprekken; opspannen; periode; prikkelen; reiken; rekken; spannen; spanning; strekken; stuk; tijd; tijdje; traject; uitdagen; uitgestrektheid; uitrekken; uitrekking; uitslaan; uitspannen; uitspreiden; uitsteken; uitstrekken; uitstrekking; vak; zich uitstrekken