Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vak

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
pigeonhole
(carré; ruitje; vierkant)
(ambacht; beroep; handwerk; métier; stiel)
trade
;
🔗 Ach, het vak van bediende is eigenlijk uit de tijd.
(tak)
🔗 Roland had van beide vakken nooit iets begrepen.
interstacia bloko
subsidiary subject
akcesora fako
(bouwbedrijf)
building trade
(naaien; naaikunst)
needlework
(periode)
🔗 In dit tijdvak heerste er een droger klimaat en beleefden de coniferen een bloeitijd.
vakbekwaam
(geschoold)
;
authorized
;
qualified
kvalifikita
vakgeleerde
(specialist)
specialist
vakgenoot
(ambtgenoot; collega)
vakkundig
(bevoegd; competent; deskundig)
competent
;
skilled
(specialist; expert)
🔗 De meesten van deze mannen waren vaklieden op het gebied van hout.
vakterm
(term)
vriesvak
vriesvak
freezing department

NederlandsEngels
vak bay; box; branch; compartment; craft; discipline; line; line of business; métier; pane; panel; partition; pigeonhole; profession; section; shelf; square; stretch; subject; trade
dat is mijn vak niet that is not my line of business; that is not in my line
zijn vak verstaan know one’s job; understand one’s job
baanvak section; railway section
bijvak subsidiary subject
bouwvak building trade
diepvriesvak deep‐freeze chamber; deep‐freeze compartment
examenvak examination subject
hoofdvak major; principal subject
kernvak key subject
keuzevak optional subject; elective
modevak millinery
schoolvak school subject; subject
studievak subject; subject of study
tijdvak epoch; period
tuiniersvak gardening
vakarbeider skilled labourer; skilled worker
vakbekwaam expert; skilled
vakbekwaamheid professional skill
vakbeurs trade fair
vakbeweging trade‐unionism; trade union movement
vakblad trade journal; professional journal; technical paper
vakbond labour union; union; trade union
vakcentrale federation of trade unions
vakdiploma professional diploma
vakgebied province; field; field of study
vakgeleerde specialist; expert
vakgenoot colleague
vakgroep trade association
vakidioot narrow‐minded specialist; freak
vakjargon cant; vernacular language; vernacular; lingo; technical jargon
vakje box; compartment; cubby‐hole; pigeonhole; partition; square
vakkennis professional knowledge; specialized knowledge; expert knowledge
vakkenpakket curriculum
vakkringen professional circles; expert circles
vakkundig expert; professional; skilled; competent
vakliteratuur technical literature; specialized literature
vakman craftsman; expert; pro; professional; professional man; specialist
vakonderwijs technical instruction; specialized instruction
vakopleiding professional training
vakorganisatie trade union; professional organization
vakpers trade press
vakschool technical school
vakstudie professional studies
vaktaal vernacular language; vernacular; technical language; professional language
vakterm technical term
vakterminologie technical terminology; professional terminology
vaktijdschrift professional journal; trade journal; technical paper
vakverbond federation of trade unions
vakvereniging labour union; trade union; union
vakvrouw professional; female professional; expert; female expert; specialist; female specialist; craftswoman
vakwerk expert work; skilled work; professional job; half‐timber; skeleton structure
vriesvak freezer; freezing‐compartment; ice compartment