Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitrekken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(spannen) | ; | |
streĉiĝi | ||
🔗 Merkwaardig genoeg was de zak niet eens uitgerekt. | ||
(strekken; uitbreiden; uitsteken; uitstrekken) | ||
(dóórtrekken; uitleggen; uittrekken; verlengen) | ||
(spannen; strekken) | ||
🔗 D’Amico parkeerde de auto, stapte uit en rekte zijn spieren. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitrekken | ⇆ distend; ⇆ draw; ⇆ elongate; ⇆ extend; ⇆ strain; ⇆ stretch; ⇆ stretch out |
zich uitrekken | ⇆ stretch oneself |
rekken | ⇆ distend; ⇆ drag out; ⇆ draw; ⇆ eke out; ⇆ elongate; ⇆ extend; ⇆ prolong; ⇆ protract; ⇆ strain; ⇆ stretch; ⇆ spin out; ⇆ stretch oneself; ⇆ draw out |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |