Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitstrekken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(rekken; strekken; uitbreiden; uitsteken) | ; ; stretch out | |
🔗 Toen strekte Taurus een hand uit en greep de rand, trok zich op en werkte zich eroverheen. | ||
(zich strekken) | ; ; ; ; spread | |
🔗 De Hondsrug strekt zich uit van voorbij Emmen in het zuidoosten tot in de stad Groningen in het noorden. | ||
lie down | ||
🔗 Wij stegen af en strekten ons tussen wat struiken in het gras uit. | ||
(rekken; uitbreiden; uitsteken; uitstrekken) | ; | |
(spannen; rekken) | ||
🔗 Degene die op de bodem zat, kon zijn benen strekken en tegen de rand leunen. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
(groot; ruim; uitgebreid; wijd; extensief) | extensive ; ; | |
🔗 „Ach,” sprak heer Ollie, „eenvoudige lieden zijn al gauw bang voor zo’n uitgestrekt woud.” |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitstrekken | ⇆ extend; ⇆ reach; ⇆ reach out; ⇆ stretch; ⇆ stretch forth; ⇆ stretch out |
zich uitstrekken | ⇆ bear; ⇆ extend; ⇆ range; ⇆ reach; ⇆ spread; ⇆ stretch oneself; ⇆ stretch away; ⇆ stretch out; ⇆ sweep; ⇆ trend; ⇆ stretch; ⇆ cover |
zich uitstrekken naar | ⇆ stretch away towards; ⇆ stretch away to |
strekken | ⇆ conduce; ⇆ extend; ⇆ stretch; ⇆ reach |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
uitgestrekt | ⇆ expansive; ⇆ extended; ⇆ extensive; ⇆ far‐flung; ⇆ outstretched; ⇆ prostrate; ⇆ vast; ⇆ wide; ⇆ widespread |