Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord out‐of‐work

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(outside; without);
🔗 At least I can have my pipe out there.
(outside; outward);
🔗 He pushed on the door, forcing her out.
(unconscious)
(outside of; outside)
(off)
(control; operate; enable; implement; actuate)
(labour);
🔗 I’m working for Sladen.
(labour);
🔗 Work started in 1907 and the building was completed in 1908.
;
🔗 Some people have referred to that as a work of fiction
(act; be effective; have effect; impact; impinge; avail; be efficacious; exert; have an effect; produce an effect)
uitwerking hebben
;
🔗 The forces of society work against you.
(cultivate; farm; grow); ;
(carve; sculpture; sculp); ;
skulpti
(cope with)
(exploit; utilize; leverage; take advantage of)
(ferment; rise);
(knead)

EngelsNederlands
out‐of‐work werkloos; zonder werk
out af; bekend; bewusteloos; buiten; buitengaats; daarbuiten; daaruit; eropuit; eruit; geopenbaard; in staing; naar buiten; niet meer aan de slag; niet meer aan het bewind; niet thuis; om; op; te veld; uit; uit de mode; uit het gelid; uit het lid; uitgedoofd; uitgesloten; weg
work aanrichten; arbeid; arbeiden; bedienen; bereiden; bewerken; boekwerk; doen; doorwérken; exploiteren; functioneren; gewrocht; gisten; ontginnen; uitwerking hebben; werk; werken; werkstuk