Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bekend
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(vertrouwd) | ; | |
🔗 Dit alles is bekend. | ||
alom bekend (befaamd; beroemd; fameus; vermaard; welbekend) | ; renowned | |
be known as | ||
bekend worden | become known | |
(kond doen van; mededelen; aanzeggen; te kennen geven) | ; notify ; make known | |
🔗 Kun je nu niet een paar namen bekendmaken? | ||
descry ; ; espy ; ; ; ; catch side of ; | ||
🔗 Er was nog niemand te bekennen. | ||
(erkennen; opbiechten; toegeven) | ; ; ; | |
🔗 Bekent ge het u ten laste gelegde? | ||
(geslachtsverkeer hebben met) | ||
🔗 En hij bekende haar voortaan niet meer. | ||
; obscure ; ; | ||
🔗 De oorzaak van de brand is onbekend. | ||
(donker; obscuur; duister) | obscure | obskura |
; renowned |
Nederlands | Engels |
---|---|
bekend | ⇆ familiar; ⇆ famous; ⇆ known; ⇆ notable; ⇆ noted; ⇆ notorious; ⇆ out; ⇆ well‐known |
als bekend aannemen | ⇆ take for granted |
als bekend veronderstellen | ⇆ take for granted |
bekend met | ⇆ privy to; ⇆ acquainted with; ⇆ familiar with |
bekend staan als | ⇆ be known as |
bekend worden | ⇆ become known; ⇆ get about; ⇆ get abroad |
bekend zijn | ⇆ be on record; ⇆ be known |
bekend zijn als | ⇆ be known as |
bekend zijn in | ⇆ be acquainted in; ⇆ be known in |
bekend zijn om | ⇆ be known for |
er zijn gevallen bekend van | ⇆ there are cases on record of |
iemand met iets bekend maken | ⇆ acquaint somebody with something |
ik ben hier bekend | ⇆ I know these parts; ⇆ I know the place |
ik ben hier niet bekend | ⇆ I am a stranger here; ⇆ I am a stranger to the place |
met iemand bekend raken | ⇆ get acquainted with somebody |
niet bekend met | ⇆ unfamiliar with |
voor zover mij bekend | ⇆ to my knowledge; ⇆ to the best of my knowledge; ⇆ as far as I know |
bekendmaken | ⇆ advertise; ⇆ announce; ⇆ declare; ⇆ disclose; ⇆ gazette; ⇆ give forth; ⇆ give out; ⇆ intimate; ⇆ notify; ⇆ proclaim; ⇆ publish; ⇆ reveal; ⇆ make known |
bekennen | ⇆ acknowledge; ⇆ avow; ⇆ confess; ⇆ confess to; ⇆ know; ⇆ own up; ⇆ plead guilty; ⇆ own; ⇆ admit |
onbekend | ⇆ mystery; ⇆ nameless; ⇆ obscure; ⇆ recondite; ⇆ strange; ⇆ unacquainted; ⇆ uncharted; ⇆ undisclosed; ⇆ unfamiliar; ⇆ unknown; ⇆ undistinguished; ⇆ not known |
overbekend | ⇆ generally known; ⇆ notorious |
welbekend | ⇆ familiar |