Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord storten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(gieten; plengen; schenken; vergieten);
dump
;
ŝuti
ŝutiĝi
🔗 De regen stortte naar beneden of er miljoenen kranen waren opengedraaid.
zich storten in
zich storten op
(bespringen)
pounce upon
ĵeti sin sur
mountain‐slide
;
rokŝoviĝo
🔗 Bij het dorp Serrières in Chautagne in Frankrijk heeft zich een bergstorting voorgedaan, waardoor verscheidene huizen bedreigd worden.
(instorten)
collapse
(instorten)
(ineenstorten)
🔗 Soms storten de gangen in.
(ineenstorten)
collapse
🔗 De wereld kan instorten, maar die koffie komt er.
(crashen; verongelukken)
🔗 Wij hadden ook wel kunnen neerstorten.
🔗 Zo ging de koning ook op vakantie na het neerstorten van vlucht MH17.
stortbad
(douche)
shower‐bath
storting
(betaling; uitbetaling)
storting
(betaling; uitbetaling)
payment
stortplaats
rubbish tip
;
stortplaats
rubbish tip
;
(plasregen; slagregen)
downpour
🔗 De overstromingen zijn het gevolg van stortregens.
(gieten)
pluvegi
🔗 Ik logeerde in dat goeie ouwe Myrtle Bank Hotel en iedere dag "stortregende het—en ik vond het prachtig.
torrent
;
reimburse
;
pay back
(uitgieten; uitschenken)
pour out
elverŝi
fill up

NederlandsEngels
storten contribute; crash; deposit; dump; effuse; fall; fall down; pay in; plunge; pounce; pour; precipitate; shed; shoot; spill; throw
het stort it is pouring
storten op pay into
zich storten plunge; rush; sweep down
zich storten in launch out into; throw oneself into; fall into; pour itself into; plunge into
zich storten in de armen van throw oneself into the arms of
zich storten op lunge at; pounce upon; fall upon; swoop down on
bergstorting mountain‐slide; landslide; landslip; rockslide
ineenstorten collapse; crash
instorten cave in; collapse; fall in; go to pieces; infuse; psych out; relapse; fall down
neerstorten crash; precipitate; fall down; dump down
sluikstorten illegal dumping
stortbad shower‐bath
stortbak cistern; shoot; flush tank
stortbui downpour; drencher; soaker; spill; shower; driving rain; heavy shower
stortgoederen bulk cargo; bulk goods
storting deposit; spilling; shedding; pouring; payment; contribution
stortkar tumbrel; tip‐cart
stortplaats dumping‐ground; tip; rubbish tip
stortregen downpour; heavy shower; pouring rain
stortregenen bucket; bucket down; pour; be teeming; be teeming with rain
stortvloed cataract; deluge; flood; spate; torrent; shower; avalanche
terugstorten refund
uitstorten diffuse; disburden; disembogue; effuse; ejaculate; emit; extravasate; outpour; pour; pour forth; pour out
volstorten pay up; pay up in full