Informatie over het woord instorten (Nederlands → Esperanto: disfali)

Synoniem: ineenstorten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɪnstɔrtə(n)/
Afbrekingin·stor·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stort in(ik) stortte in
(jij) stort in(jij) stortte in
(hij) stort in(hij) stortte in
(wij) storten in(wij) stortten in
(jullie) storten in(jullie) stortten in
(gij) stort in(gij) storttet in
(zij) storten in(zij) stortten in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) instorte(dat ik) instortte
(dat jij) instorte(dat jij) instortte
(dat hij) instorte(dat hij) instortte
(dat wij) instorten(dat wij) instortten
(dat jullie) instorten(dat jullie) instortten
(dat gij) instortet(dat gij) instorttet
(dat zij) instorten(dat zij) instortten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
instortend, instortende(zijn) ingestort

Voorbeelden van gebruik

De wereld kan instorten, maar die koffie komt er.

Vertalingen

Engelscollapse
Esperantodisfali