Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord go to pieces
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 He looked over his shoulder, then went to the back wall. | ||
(ride; travel; drive) | ||
(be going to; will; shall) | <futura helpverbo> | |
(wend) | ||
🔗 Where do we go to now? | ||
(fragment; lump; snatch) | ; | |
(bit; lump; chunk; patch) | ; ; | |
(part; share; portion) | ; | |
(brick; cake; ingot; pig; briquette; bar) | ||
(play; theatre play) | ||
(particle) | ; snipper |
Engels | Nederlands |
---|---|
go to pieces | ⇆ helemaal kapotgaan; ⇆ instorten; ⇆ kapotgaan; ⇆ stukgaan; ⇆ zich niet langer goed kunnen houden |
go | ⇆ aanval; ⇆ afgaan; ⇆ aflopen; ⇆ behoren; ⇆ beurt; ⇆ bezwijken; ⇆ blijven; ⇆ doodgaan; ⇆ elan; ⇆ eraan moeten geloven; ⇆ fut; ⇆ gaan; ⇆ gang; ⇆ gangbaar zijn; ⇆ heengaan; ⇆ horen; ⇆ hup; ⇆ keer; ⇆ lopen; ⇆ luiden; ⇆ mode; ⇆ opraken; ⇆ opstappen; ⇆ overgaan; ⇆ poging; ⇆ reiken; ⇆ stuk gaan; ⇆ thuishoren; ⇆ tijgen; ⇆ trekken; ⇆ uitvallen; ⇆ vaart; ⇆ verdwijnen; ⇆ verstrijken; ⇆ wegraken; ⇆ worden; ⇆ zich voltrekken; ⇆ zijn |
piece | ⇆ blaffer; ⇆ brok; ⇆ brokstuk; ⇆ eind; ⇆ eindje; ⇆ end; ⇆ gedeelte; ⇆ griet; ⇆ lap; ⇆ lapje; ⇆ lappen; ⇆ munstuk; ⇆ staaltje; ⇆ stuk; ⇆ stuk geschut |