Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord ontslaan

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(de laan uitsturen; ontzetten; de bons geven)
discharge
; ; ; ;
🔗 „Ah, juist”, zei Zoch Zababel, die zich was komen melden omdat hij die morgen uit het ziekenhuis ontslagen was.
(afdanken; afmonsteren)
discharge
; ; ; ;
🔗 Daarom ontsla ik je op staande voet.
(vrijstellen)
exempt
sendevigi
dismissal
(afmonstering; congé)
discharge
; ;
🔗 Je zult die klerk van je toch zeker morgen zijn ontslag geven?
(klappen; meppen); ;
🔗 Deze man heeft me geslagen.
(kleppen; overgaan)
(aanmunten);
stampi
(afranselen)
bashing
;
beating
;
buffetting
;
battery
(verslaan)
(verslaan)
🔗 Deze man is in het dorp nog niet geslagen!

NederlandsEngels
ontslaan absolve; acquit; axe; demit; discharge; disembarrass; disengage; dismiss; exempt; fire; free; lay off; let off; release; relieve; remove; retire; sack; turn away
iemand uit de gevangenis ontslaan spring somebody from prison
iemand van een verplichting ontslaan relieve somebody from an obligation; absolve somebody from an obligation
iemand van zijn belofte ontslaan let somebody off his promise
van rechtsvervolging ontslaan discharge
ontslag acquitment; acquittal; acquittance; congé; demission; discharge; dismissal; dismission; heave‐ho; release; resignation; retirement; sack; sacking
slaan smash; smite; bang; bash; batter; beat; biff; bludgeon; bop; buffet; cane; clap; clobber; coin; cuff; dash; drub; flail; flap; flog; fold; hit; knock; lash; pound; pulsate; pulsation; pulse; punch; rap; sock; strike; swat; thrash; send; skelp; slam; slap; strap; strike out at; warble; whack; whip; put; pass; take; capture; drive; sing; jug; kick