Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord absolve
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
van zonden ontslaan ; | ||
(acquit) |
Engels | Nederlands |
---|---|
absolve | absolutie geven; de absolutie geven; ontslaan; vrijspreken |
absolve somebody from an obligation | iemand ontheffen van een verplichting; iemand van een verplichting ontslaan |