Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord in whole or in part

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(component; element; ingredient)
(component; element; ingredient)
(piece; share; portion); ; ; ;
🔗 Some PHP functions use a function you provide them with to do part of their work.
(demarcate; divide)
dislimi
(organ; voice)
; ;
(divide; separate; segregate)
(divide; separate)
🔗 And we’ll never never part.
(rôle)
🔗 They’re only acting the part of the enemy.
(component)
(entire; overall; integral; global; outright; thorough); ;
🔗 The whole country is fighting against Russia.
(all; entirety)
🔗 Russia’s focus is on conquering the whole of the eastern Donbas and holding on to other areas of the south that it seized at the start of the war.
(complete; integral; thoroughgoing; full);
🔗 Not a single piece of furniture remained whole.
(undivided; entire)
(integer; integral);
🔗 Integers are whole numbers, like 1, 12, and 256.

EngelsNederlands
in whole or in part geheel of gedeeltelijk
part aandeel; aflevering; bestanddeel; breken; deel; emplooi; gedeelte; kant; onderdeel; part; partij; plicht; rol; scheiden; stem; stuk; taak; uiteengaan; uiteenwijken; verdelen; zaak; zich verdelen; zijde
whole algeheel; gaaf; gans; geheel; heel; in zijn geheel; ongebuild; ongedeerd; ongeschonden; onverdeeld; volledig