Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord afsteken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(afsnijden)
(contrasteren)
🔗 Voor zich uit zag hij de Toren van de Olifant tegen de hemel afsteken.
(uitkomen)
bevel
;
stand out
reliefiĝi
(afvuren; afschieten)
fire off
🔗 Op oudjaarsdag mocht dit jaar voor het eerst pas vanaf 18:00 uur vuurwerk worden afgestoken, tot 02:00 uur nieuwjaarsnacht.
afsteken bij
contrast with
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
(insteken);
insert
;
put in
;
input
🔗 Waar gaat u hem in steken, heer graaf?
(doen; plaatsen; stoppen; zetten)
🔗 Ja, steek hem er diep in!
(porren; pikken; priemen; prikken); ; ; ;
jab
; ;
🔗 Ik moest zorgen dat ik mijn zwaard tussen zijn ribben stak.
be stuck
🔗 Het zwaard aan zijn zijde stak in een schede van rood leer.

NederlandsEngels
afsteken bevel; contrast; cut; fire off; let off; mark out; push off; stand out; take a shortcut
afsteken bij contrast with
afsteken tegen stand out against; be outlined against
de loef afsteken knock into a cocked hat; knock spots off; luff; outdo; outstrip; put out; scoop; get to windward of; weather
een speech afsteken make a speech
iemand de loef afsteken see somebody off; outdo somebody; steal a march on somebody
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
steken cut; draw; invest; jab; knife; link; pink; poke; prick; pricking; prickle; prod; put; sting; stab; stick; thrust; spit; run; sheathe; shoot; shove; smart; be; spear; stick in one’s throat; burn