Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord thrust

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
thrust (push; poke)	douwen ; dringen ; duwen	puŝi
thrust (push; poke)	douw ; duw ; por ; stoot	puŝo
thrust (tendency; bias; slant; trend; affection)	richting ; stemming ; stroming ; tendens ; tendentie ; trend	tendenco
thrust (force; coerce; assert; impose)	opdringen	trudi
thrust (push along; shove; slide; stuff; stick)	schuiven	ŝovi
thrust (glide; slide)	opschuiven ; schuiven	ŝoviĝi
thrust	aanbotsen ; geduwd worden ; zich stoten	puŝiĝi
thrust (significance)	strekking ; significantie ; portee	signifo
thrust down (knock off; push down; push off)	afstoten	depuŝi

Engels	Nederlands
thrust	douw; douwen; dringen; duw; duwen; por; snokken; steek; steken; stoot; stoten; stuwdruk; uitval; voorstuwingskracht; werpen
sword thrust	degenstoot
thrust at	steken naar; stoten naar
thrust down	afstoten
thrust one’s nose into everything	zijn neus overal in steken
thrust something on somebody	iemand iets opdringen
thrust something upon somebody	iemand iets opdringen
thrust through	dóórstoten
knife‐thrust	messteek
sabre‐thrust	sabelhouw
thrusting	stotend; streberig
upthrust	opwaartse druk; uitbarsting