Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord fight tooth and nail
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(strive; contend; battle) | ; ; | |
🔗 This is where we fight! | ||
; | ||
(combat; contend with; fight against; counter; run against; take on) | ||
(battle; scuffle; action; clash; combat; fray; engagement) | ; ; | |
(combat; battle) | ; vechten tegen | |
🔗 Her government has been fighting corruption allegations for a while. | ||
(be at loggerheads; tussle; fight one another) | ; met elkaar vechten ; | |
lukti kontraŭ | ||
vechten in | ||
🔗 First, the Russian leader has not only Prigožin to deal with but also thousands of soldiers who more than ever may be wondering just why they are fighting Putin’s war. | ||
; | najli | |
(stud) | ; | |
🔗 What’s the matter with your tooth? | ||
(indent) | van tanden voorzien | dentigi |
Engels | Nederlands |
---|---|
fight tooth and nail | ⇆ uit alle macht vechten; ⇆ zich met hand en tand verdedigen |
fight | ⇆ bestrijden; ⇆ bestrijding; ⇆ bevechten; ⇆ gevecht; ⇆ kamp; ⇆ kampen; ⇆ knokken; ⇆ knokpartij; ⇆ laten vechten; ⇆ strijd; ⇆ strijden; ⇆ strijden tegen; ⇆ te velde trekken tegen; ⇆ treffen; ⇆ uitvechten; ⇆ vechten; ⇆ vechten in; ⇆ vechten met; ⇆ vechten tegen; ⇆ vechtpartij |
nail | ⇆ <een lengte‐eenheid>; ⇆ betrappen; ⇆ klauw; ⇆ met spijkers beslaan; ⇆ nagel; ⇆ nagelen; ⇆ niet loslaten; ⇆ op de kop tikken; ⇆ snappen; ⇆ spijker; ⇆ spijkeren; ⇆ vastnagelen; ⇆ vastspijkeren; ⇆ vernagelen |
tooth | ⇆ kies; ⇆ tand; ⇆ tanden; ⇆ uittanden |