Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord spijkeren
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(nagelen) | najli | |
🔗 Was het doodshoofd aan de tak gespijkerd met het gezicht naar de buitenkant, of met het gezicht naar de boom? | ||
(nagel) | ; | |
🔗 Hij had de spijker precies op de kop geslagen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
spijkeren | ⇆ nail; ⇆ spike |
dichtspijkeren | ⇆ board up; ⇆ nail down; ⇆ nail up |
spijker | ⇆ nail; ⇆ stud |
toespijkeren | ⇆ board up; ⇆ nail up; ⇆ nail down |
vastspijkeren | ⇆ nail; ⇆ nail down; ⇆ nail up; ⇆ spike; ⇆ tack; ⇆ tack down |