Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord nagel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(spijker)
🔗 Met gekneusde handen en gescheurde nagels hielden ze ten slotte halt.
rivet
(kram)
rivet
nail‐bed
nail‐brush
(spijkeren)
najli
🔗 Wij stonden als aan de grond genageld
nail clipper
;
nail clippers
avens
herb Bennet
;
wood avens
urba geumo
nail‐varnish
nail‐scissors
(spijkervast)
fixed with nails
najlofiksita
nail‐file
vingernagel
fingra ungo

NederlandsEngels
nagel claw; clove; nail; pin
op zijn nagels bijten bite one’s nails
dwangnagel agnail
hoefnagel horseshoe nail
kalknagels onychomycosis
klinknagel clinch; clincher; rivet
nagelbed nail‐bed
nagelbijten nail‐biting
nagelbijter nail‐biter
nagelborstel nail‐brush
nagelen nail
nagelknipper nail clipper; nail clippers
nagelkruid avens
nagellak nail‐varnish; nail polish
nagelriem cuticle
nagelschaartje nail‐scissors; manicure scissors
nagelvast fixed with nails
nagelvijltje emery board; nail‐file
nijdnagel agnail; hang‐nail
stroopnagel hang nail
teennagel toenail
vingernagel fingernail