English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word done

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
; ;
uitgezet
🔗 Johnson needs to look like a man who is fighting to get Brexit done and has a plan for what to do next.
(curl);
(be suitable; fit; suit; be of use; serve);
geschikt zijn
(suffice; be enough)
🔗 Yes or no will do.
fari purigadon al
;
🔗 There is still work to be done.
(act)
(reach; strike);
🔗 German chancellor Angela Merkel said she did not believe it would be clear yesterday whether a deal will be done.
(carry out; commit; perform; wage; conduct); ; ; ; ;
🔗 Was it something I did?
🔗 And I did her hair.

EnglishDutch
done achter de rug; akkoord; gaar; netjes; op; uit; voorbij
done! afgesproken!; top!
be done up op zijn
done for gesjochten; ten dode opgeschreven; verloren; versleten; weg
done in uitgeteld
done to a turn juist gaar; precies zoals het moet
done up bekaf
he is done for het is met hem gedaan
it’s not done zoiets doet men niet
the done thing wat hoort
well done! bravo!; goed zo!
what is done cannot be undone gedane zaken nemen geen keer
do aan kant doen; aanrichten; aanvangen; afleggen; baten; bedrog; betrachten; braden; brommen; dienen; do; doen; een beurt geven; flikken; fuif; fuifje; gedijen; idem; klaarmaken; koken; maken; nemen; opknappen; opmaken; redderen; rijden; spelen; spelen voor; te pakken nemen; tieren; toch; toebrengen; uithalen; uithangen; uitrichten; uitvoeren; uitvreten; ut; verhandelen; verrichten; voldoen; zitten
half‐done halfgaar
underdone niet gaar; niet zo gaar; ongaar
well‐done doorbakken; gaar; goed doorbraden; goed gaar