Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uithalen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ontlokken)
draw out
(ledigen; legen; ruimen)
(maken; doen; uitrichten; verrichten; uitvoeren)
🔗 Jij hebt al meer dan genoeg stommiteiten uitgehaald.
lash out at
🔗 Putin haalde vervolgens opnieuw hard uit naar het Westen.
(gaan halen); ;
🔗 De Duivel hale hen!
(raken; treffen); ;
🔗 We kunnen de trein van tien voor vijf nog net halen.
(betrekken; laten komen); ;
🔗 En intussen zullen we een dokter halen.
(behalen; bereiken; achteropkomen);
🔗 Het beste is als we de bergen voor donker halen.
(trekken);
haul
;
🔗 Het leek wel of er een mes over zijn rug werd gehaald.
(pijpestrootje; pijpepeuter; pijpuithalertje; pijpwroeter);

DutchEnglish
uithalen clean; disembowel; do; draw; draw out; empty; gut; harry; hit out; lash out; play; pull out; put on a lavish entertainment; root out; sing at the top of one’s voice; swerve; turn out
dat haalt niets uit that’s no good; that will be no use; that will be no good
een streek uithalen play a trick
een stunt uithalen pull a stunt
er zoveel mogelijk uithalen use it for all it is worth; get as much as possible out of it; make the most of it
het haalt niet veel uit it is not of much use
het zal niet veel uithalen it will not be of much use
nestjes uithalen go bird‐nesting; go bird’s‐nesting
uithalen naar hit out at; strike out at; lash out at
halen bring; call for; catch; command; draw; extract; fetch; find; get; go for; haul; hit; last; last out; make; pass; run; take; pull; obtain; secure; call in; reach
pijpuithaler pipe‐picker; pipe cleaner