Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word braden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(branden; roosteren; grillen)
🔗 Koks braadden zware ossen en vette schapen.
(roosteren)
roasted
rostita
🔗 Toen rook ik gebraden vlees en opende deze deur.

DutchEnglish
bradenbake; broil; do; frizzle; fry; fry up; grill; roast
braadschotelroast
braadslederoasting pan; baking dish
braadsleebaking dish; roasting pan
braadworstroast sausage
doorbradenroast well
gebraadroast meat; roast
gebradenroasted; roast
uitbradenfry the fat out of; render the fat out of