Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word buitenwerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(buitenverblijf; buitenplaats)
country house
🔗 De buitens werden in de zomer bezocht door vermogende families.
(buitenhuis; buitenverblijf; villa)
🔗 Welnu, het buiten en de curiositeit zijn voor u.
(behalve);
🔗 Breng ons buiten de muren.
outside of
; ;
(daarbuiten); ;
🔗 Het is al vroeg donker buiten.
(op het land)
in the country
kampare
(behalve; naast); ; ; ;
🔗 Waaruit bestaan die regels, buiten de reeds genoemde?
(behalve; uitgezonderd);
🔗 Buiten" het zuchten van de wind langs de duinen was er geen enkel geluid te horen.
handiwork
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest.
(arbeid; emplooi; karwei);
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat.
tow
;
oakum
(boekwerk; opus)
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer.

DutchEnglish
buitenwerk outdoor‐work; outwork
buiten abroad; beside; beyond; but; forth; in the country; in the fields; out; out of; out of doors; outdoors; outside; without; the sticks; seat; besides; over and above; except; country house; country‐seat; outside of
werk avocation; business; char; chore; doing; employ; employment; fabric; job; labour; motion; oakum; opus; performance; pursuits; work; stint; tow