English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word seat

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(place)
(chair);
🔗 Nai the Hever leaned back in his seat.
(sit)
sidigi
🔗 A broad oaken table was the main feature of the room other than the fireplace, a table long enough to seat a dozen or more, though there had seldom been so many around it since Rand’s mother died.
back seat
(rear seat)
malantaŭa benko
rear seat
(back seat)
malantaŭa benko
(sit down; sit; sit up)
🔗 Jubal seated himself once more.
tip‐up seat
toilet seat
seat‐belt
(safety‐belt)
sekuriga zono
seatworm
(pinworm; threadworm)
unseat
(depose; dismiss; oust; remove; remove from office)
;
unseat
(cast; shed)
uit het zadel werpen
elseligi

EnglishDutch
seat bank; bril; buiten; buitenplaats; doen zitten; gestoelte; haard; kamerzetel; kruis; laten zitten; neerzetten; plaats; plaats bieden aan; plaatsen; plaatsje; stoel; toneel; van een kruis voorzien; van een zitting voorzien; van zitplaatsen voorzien; zetel; zetten; zit; zitplaats; zitplaats bieden aan; zitting; zitvlak
back seat achterbank
be seated! gaat u zitten!
be seated gelegen zijn; zetelen; zitten
bucket seat klapstoel; kuipstoel
buddy seat buddyseat
by the seat of one’s pants gevoelsmatig; met fingerspitzengefühl; op het zijn gevoel
car seat kinderzitje
child’s seat kinderzitje; zitje
family seat stamslot
garden seat tuinbank
have a good seat goed te paard zitten
hot seat elektrische stoel; positie met zware verantwoordelijkheden
hunting seat jachtslot
keep one’s seat blijven zitten; in het zadel blijven
pilot’s seat stuurstoel
principal seat hoofdzetel
rear seat achterbank
reclining seat stoel met verstelbare rugleuning
residual seat restzetel
resign one’s seat zijn mandaat neerleggen
ringside seat beste plaats
seat of the government regeringszetel
seat of war krijgstoneel; oorlogstoneel
seat oneself gaan zitten
seats please! instappen!
sliding seat glijbank
take a back seat in het achterschip raken; op de achtergrond blijven; op de achtergrond raken; op de achtergrond treden
take a seat gaan zitten; plaatsnemen
tip‐up seat klapbankje; klapstoel
toilet seat toiletbril
corner‐seat hoekplaats
country‐seat buiten; buitenplaats; buitenverblijf; landgoed
dicky‐seat kattebak
four‐seater vierpersoonsauto
judgement‐seat rechterstoel
mercy‐seat genadetroon
one‐seater eenzitter
reseat opnieuw doen plaatsnemen; van een nieuwe zitting voorzien; weer neerzetten
seat‐belt autogordel; veiligheidsgordel; veiligheidsriem
seatworm aarsmade
two‐seater tweepersoonsauto; tweepersoonswagen
unseat uit het zadel werpen; van zijn zetel beroven
window‐seat bank onder een raam