English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word tow

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
tow
(drag; draw; haul; pull; tug; draught; drawl; twitch)
tow
(drag; haul)
;
tow
(oakum)
tow
(steeple)

EnglishDutch
tow boegseren; slepen; treilen; trekken; werk
have in tow op sleeptouw hebben
take in tow op sleeptouw nemen
tow away verslepen
tow plane sleepvliegtuig
tow truck kraanwagen; sleepwagen; takelwagen
towage sleeploon; slepen
tower hoog opvliegen; hoog uitsteken; toren; torenen; uitsteken; zich verheffen
towline sleeptouw; treil
tow‐path jaagpad
towrope sleeptouw; sleeptros
undertow onderstroom