Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord leave

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(depart; sail; start)
(depart; set out; set forth)
(absent oneself from; absent oneself; depart; go away); ;
🔗 Who saw you leave?
(abandon; desert; forsake; quit);
(furlough)
(depart; set out)
(bequeath)
🔗 According to the death duties file, the princess Louise left £ 239,260, 18 shillings and sixpence, worth more than £ 70 million today.
(allow; let; release)
(dispensation; permission);
🔗 Then why do you insist on coming with me when I give you leave to return home?
(be lenient with; indulge; relent; spare; turn a blind eye to); ;
toegeeflijk zijn voor
;
zich laten vermurwen
;
(holiday; leisure; spare time; time off; vacation)
;
(alight; emerge; exit; get out; go out; quit)
🔗 One of the warriors examined the lock that secured the chain, spoke to his fellows, and then left the hut.
(leave behind);
🔗 I told you to leave it for me to mend!
(depart)
🔗 They ordered one suspect out and commanded him to strip down completely naked before putting him in a patrol car, which did not leave the scene.
(drive away); ; ; ;
🔗 She has not left the glade.
leave behind
(leave)
;
ekvojaĝi al
🔗 And before he left for Quebec, Trump accused the European Union and Canada of treating the US “unfairly”.
(cease; end; quit; stop);
🔗 Only it got so cold, and it snowed so, they had to leave off.
leave on
ne demeti
leave out
(miss; omit; overlook; skip)
; ;
leaving behind
postlase de
take leave
(bid goodbye; bid adieu; say goodbye; say goodbye to; take leave from; part ways with)
;
vaarwel zeggen
leavings
(clippings; detritus; garbage; refuse; scrap; trash; waste; litter)
thick‐leaved
dikfolia

EngelsNederlands
leaveachterlaten; afgaan van; afreizen; afscheid; afvaren; bladeren krijgen; gaan uit; heengaan; in de steek laten; laten; laten liggen; laten staan; nalaten; overlaten; permissie; studieverlof; toelating; treden uit; uittreden; vaarwel zeggen; varen; vergunning; verlaten; verlof; verloftijd; veroorloving; vertrekken; weggaan
apply for leaveverlof aanvragen
be leftachterblijven; blijven; overblijven; overschieten; resten
be left behindachterblijven
be left withblijven zitten met
be on leavemet verlof zijn
be prepared to leave it at thathet daarbij willen laten
by your leavemet uw verlof
cancel all leavealle verloven intrekken
compassionate leaveverlof wegens familieomstandigheden
extension of leaveverlofsverlenging
feel left outzich buitengesloten voelen
3 from 4 leaves 14 min 3 is 1
give leaveveroorloven
goods left on handonverkochte goederen
go on leavemet verlof gaan; verlof nemen
have you taken leave of your senses?heb je je verstand verloren?
I’ll leave it to thatik zal het hierbij laten
leave aboutlaten slingeren
leave A for Bvertrekken van A naar B
leave aloneafblijven van; met rust laten; zich niet bemoeien met
leave behindachter zich laten; achterblijven; achterlaten; achterstand oplopen; nalaten
leave centreverlofcentrum
leave far behindver achter zich laten
leave forafreizen naar; vertrekken naar
leave goloslaten
leave go ofloslaten
leave him alonelaat hem maar begaan
leave homevan huis gaan
leave in the lurchin de steek laten
leave it alone!je moet er niet aankomen!; laat dat liggen!; laat dat staan!
leave it at thater verder niets meer over zeggen; het daarbij laten
leave its record onzijn stempel drukken op
leave it to chancehet er maar op laten aankomen
leave it to himlaat hem maar begaan
leave much to be desiredveel te wensen overlaten
leave of absencepermissie; verlof
leave offaflaten; afleggen; het bijltje erbij neergooien; het bijltje erbij neerleggen; laten; nalaten; opgeven; ophouden met; uitlaten; uitscheiden
leave onaanlaten
leave one’s cardzijn kaartje afgeven
leave one’s mark onzijn stempel drukken op
leave openopenlaten
leave outoverslaan; uitlaten; voorbijgaan; weglaten
leave overlaten liggen; laten rusten
leave passverlofpas
leave payvakantiegeld; verlofstraktement; verloftraktement
leave schoolvan school afgaan; van school gaan
leave severely aloneniets te maken willen hebben met; volledig negeren; zich ver houden van
leave somebodyiemand verlaten
leave somebody aloneiemand ongemoeid laten
leave somebody high and dryiemand in de steek laten
leave somebody to cool his heelsiemand laten wachten
leave somebody to itiemand aan zijn lot overlaten; iemand zijn eigen gang laten gaan
leave something with somebodyiets bij iemand afgeven
leave things as they arealles bij het oude laten
leave till lastvoor het laatst bewaren
leave wordeen boodschap achterlaten
leaving asideafgezien van; daargelaten; even afgezien van
leaving behindmet achterlating van
left luggagegedeponeerde bagage; niet afgehaalde bagage
maternity leavezwangerschapsverlof
night leavenachtpermissie
on leavemet verlof
short leaveklein verlof
take French leaveer stilletjes vandoor gaan; er tussenuitknijpen
take it or leave itgraag of niet
take leaveafscheid nemen; vaarwel zeggen
take leave ofafscheid nemen van; vaarwel zeggen
take one’s leaveafscheid nemen
there is nothing left for him but toer schiet hem niets anders over dan te
where did we leave off?waar zijn we gebleven?
with your leavemet permissie
you should leave it aloneje moet er niet aankomen
leavingsafval; kliekjes; overblijfsel; overschot
shore‐leaveverlof om te passagieren
sick‐leaveziekteverlof
thick‐leaveddikbladig