English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word sound in body and mind

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(coachwork)
;
🔗 A badly‐burnt body with part of a limb missing has been found in undergrowth between the 17th and 18th holes of an East Sussex golf course.
(bodily; corporal; corporeal; of the body; physical);
(crowd; heap; mass; multitude; pile; accumulation; bevy);
(organization)
🔗 The body said that the Indian government “at the national, state and local levels promoted and enforced religiously discriminatory policies” in 2022.
(authoritative source; court; agency; authority; instance)
(cadaver; corpse; carcass; dead body; stiff)
🔗 The problem with Russian bodies is really huge.
(intellect);
;
🔗 They exist only in your mind.
(observe; comply; mark; respect; watch; abide by); ; ; ; ; ;
(pay attention; pay attention to; heed; watch out; be attentive; be attentive to; take notice of); ; ;
passen op
(take offence; pout; sulk);
gekwetst worden
;
zich beledigd voelen
ofendiĝi
(spirit; genie)
(strike; resound)
🔗 Presently a step sounded behind him.
(noise);
🔗 This time the horse made no sound at all.
(right; true; correct; valid);
gelijk hebbend
; ; ;
(prudent; reasonable; sensible; far‐sighted; judicious; wise)
(peal; ring; clang; toll);
(deeply; profoundly; fast)
(prime; quality)
🔗 The cloak itself was sound enough.
; ; ;
werplood
;
zinklood
(plumb; sound out);
(solid); ;
🔗 The Ukrainian defence of Bachmut remains strategically sound as it continues to consume Russian manpower and equipment as long as Ukrainian forces do not suffer excessive casualties.

EnglishDutch
sound in body and mind gezond naar lichaam en geest
body afdeling; bak; belichamen; bende; bovenstel; carrosserie; casco; corporatie; corps; groep; grootste deel; hoofdmacht; kadaver; laadbak; laasbak; lichaam; lijf; lijk; maatschappij; massa; mens; persoon; pit; ribbenkast; romp; troep; vereniging; verzameling; voornaamste deel
mind acht slaan op; bedenken; bezwaar hebben; bezwaar hebben tegen; brein; denken om; er bezwaar tegen hebben; er iets op tegen hebben; er wat om geven; gedachten; geest; gemoed; geven om; gevoelen; gezindheid; het erg vinden; het goed vinden; let wel; letten op; lust; mening; neiging; op zijn tellen passen; opinie; oppassen; passen op; trek; verstand; zich herinneren; zich het aantrekken; zich in acht nemen; zich storen aan; zin; zorgen voor
sound ausculteren; bekloppen; betrouwbaar; blazen op; degelijk; deugdelijk; doen; doen klinken; doen weerklinken; doortimmerd; ernstig; fiks; flink; gaaf; galm; galmen; gedegen; geluid; geschal; gezond; goed; grondig; klank; klinken; kloppen op; krachtig; laten horen; laten klinken; laten schallen; lijken; loden; luiden; naar beneden duiken; onbedorven; onderzoeken; peilen; polsen; reëel; schallen; solide; solied; sonde; sonderen; steekhoudend; sterk; toon; uitbazuinen; uithoren; uitspreken; vast; verantwoord; weerklinken; zeeëngte; zwemblaas