Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word peilen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
gaŭĝi
(loden; vademen);
🔗 Tot zijn grote verbazing stootte hij niet op de bodem, zelfs niet nadat hij een twintigtal vadems diep had gepeild.
(niveau)
🔗 Zo blijft het peil van de Seine stijgen.
(plan; niveau)
level
;
bearing
🔗 De PvdA doet het al een tijd slecht in de peilingen.
(dieplood; lood)
🔗 Zij namen een peillood mee waarvan de lijn tweehonderd vadem lang was.
(ondoorgrondelijk; onpeilbaar)
fathomless
;
unfathomable
🔗 Ik had een gevoel alsof ik op de rand van de wereld stond en over het randje heen in een peilloze chaos van eeuwige nacht tuurde.

DutchEnglish
peilen fathom; fathom out; gauge; plumb; probe; search; sound
peil gauge; level; mark; plane; standard; watermark
peilbaar fathomable; gaugeable
peildatum set day; date set
peiling bearing; sounding; gauging
peillood lead; sounding‐lead
peilloos bottomless; fathomless; unfathomable
peilschaal tide‐gauge
peilstok dip‐stick; gauge; gauging‐rod; gauge‐rod