Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word passen op

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
passen op
(acht geven op; acht slaan op; letten op; oppassen)
(zorgen voor)
take care of
zorgi pri
🔗 U kreeg van Molly tien gulden per week omdat u op haar kinderen paste, is het niet?
(betamen; voegen)
befit
🔗 Het past voor mannen van mijn en uw soort niet langer samen te reizen dan noodzakelijk is.
esti laŭmezura
🔗 De ene helft van zijn gezicht paste niet bij de andere.
(betamen; conveniëren; gelegen komen; schikken; uitkomen; voegen);
(aanpassen); ; ; ; ; ;
assay
;
sidi bone
(aanpassen)
try on
surprovi
(aanpassen)
try on
vesti prove

DutchEnglish
passen op attend to; fit; look after; look to; mind; mind out; mind out for; nurse; take care of; tend
passen become; befit; behove; beseem; dovetail; fit; fit on; fitting; pass; resign; suit; try on; be convenient