Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitlichten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(licht geven; schijnen)
be luminescent
lumineski
(ruimen)
(beuren; heffen; ophalen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; oplichten; hieuwen; omhoogheffen); ;
heave
;
hoist
🔗 Laat het anker maar lichten.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uitlichten lift out
lichten blaze; clear; heave; hoist; levy; lift; lighten; prize; prize open; prize up; raise; rob; trip; weigh; give light; shine; get light; dawn; phosphorescence
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in