English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word off

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(away; far; forth; yonder; afar); ;
🔗 Your arm’s off!
; ;
de sur
(away we go; let’s start; let’s go)
aan de slag!
; ;
ek
(away from)
🔗 It rests in 350 feet beneath the surface about 20 miles off the coast, according to an MSRA statement released on Friday.
(out)
be well off
(be in easy circumstances; be well‐to‐do)
in goeden doen zijn
esti bonhava
off and on
(now and again; now and then)
bij tussenpozen
intermite
offshore
(alien; foreign; overseas)
offshore
delanda

EnglishDutch
off! eruit!; wegwezen!
off af; in de buurt van; op de hoogte van; opzij van; uit; uitkomend op; van; van … af; van … weg; vandehands; ver; verder gelegen; verwijderd; verwijderd van; voor; weg
be a bit off een beetje onbeleefd zijn; niet vers meer zijn; niet zoals het hoort te zijn
be badly off er slecht aan toe zijn; het slecht hebben; slecht af zijn
be off! scheer je weg!; smeer ’m!; verdwijn!
be off afgedaan hebben; ernaast zitten; ervandoor gaan; in slaap zijn; in zwijm liggen; niet doorgaan; opstappen; uit zijn; uitgeschakeld zijn; uitraken; van de baan zijn; vertrekken; weggaan
be off duty geen dienst hebben; geen dienst hebbend; vrij hebben; vrij zijn
be well off er warmpjes bijzitten; goed af zijn; het goed hebben; in goeden doen zijn; zich goed kunnen roeren
day off dag vakantie; vrije dag
draw off afleiden; aftappen; aftrekken; afzuigen
have a day off een vrije dag hebben
I must be off ik moet ervandoor
live off the land van het land leven
off and on af en toe; bij tussenpozen
off duty buiten dienst; vrij; vrij van dienst
off foreleg rechtervoorpoot
off hindleg rechterachterpoot
off stage achter de coulissen
off street zijstraat
off with you! eruit!; vort!; wegwezen!
off you go! daar ga je!; vooruit met de geit!
on the off chance op goed geluk
right off dadelijk; op staande voet
the off hind leg de rechterachterpoot
the off horse het vandehandse paard
they’re off! en weg zijn ze!
offcut afval; restant
offshoot afzetsel; spruit; uitloper; uitspruitsel; zijtak
offshore aflandig; buitengaats; buitenlands; offshore‐; van de kust af; voor de kust
offside buitenspel; verste kant
off‐the‐peg confectie‐
off‐white gebroken wit