Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitladen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afladen; lossen)
unload
(opladen);
ŝargi
🔗 Waarom was het pistool niet geladen?
(beladen);
🔗 Het toestel was boordevol geladen met voedsel, gereedschap, medicamenten en dergelijke.
(downloaden)
🔗 Een filmpje dat tien seconden duurt om te laden, wordt door de helft van de bezoekers niet bekeken.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uitladen detrain; discharge; unload
laden charge; freight; lade; load; loading; prime; priming; take in cargo; download
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uitlading unloading; discharge