Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord recht op zijn doel afgaan

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(heengaan; vertrekken; weggaan; zich verwijderen; opstappen)
absent oneself
; ; ; ;
absent oneself from
go off
🔗 Hij voelde de kracht van den kogel nog vóór hij het geweer hoorde afgaan.
call on
; ;
🔗 In plaats daarvan ging ik bliksemsnel de ladder af en terug naar Tars Tarkas.
fail dismally
malsukcesegi
(bestemming; doeleinde; doelstelling; oogmerk); ; ; ; ; ; ; ;
🔗 Het doel is om uiteindelijk een wolf te fotograferen.
(goal)
(bedoeling; plan; toeleg); ;
🔗 Zijn doel is aan de macht blijven.
(doelwit);
🔗 Toen kwam Kaa, recht op zijn doel af, vlug en begerig om te doden.
🔗 Over vijf minuten gaan wij dit doel onder vuur nemen.
(belasting)
tax
; ;
levy
🔗 Wat geeft jou het recht je hierin te mengen?
🔗 Op die lange rechte brug was het natuurlijk onmogelijk om erachteraan te gaan en daarom gokte Arglistig dat ze inderdaad de brug over zouden gaan.
(billijkheid; gerechtigheid; rechtvaardigheid)
justice
🔗 U vragen wij thans om recht.
(echt; wel); ; ; ; ; ; ;
🔗 Er heerst een opgewekte, recht prettige sfeer over heel het schip.
(direct; linea recta; overeind; rechtop; rechtstreeks; regelrecht)
directly
; ; ;
🔗 De koning ging wat rechter staan.
(net; direct)
🔗 Recht voor mijn neus schijt een duif op mijn pas geschrobde dakterras.

NederlandsEngels
recht op zijn doel afgaan come straight to the point; go straight to the point
afgaan defecate; descend; empty one’s bowels; exit; go; go off; lose face; move one’s bowels; start; sail; recede; ebb; excrete; fail dismally; go down; walk down
doel aim; bourn; butt; design; end; goal; mark; object; objective; purpose; target; destination; turn
recht claim; direct; directly; duty; erect; justice; law; reason; right; straight; upright; warrant; square; title; true; just; rightly; quite; poundage; custom; fee