Informatie over het woord target (Engels → Esperanto: celo)

Synoniemen: aim, goal, purpose, butt, end, intent, objective, destination, object

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtɑːɡɪt/
Afbrekingtar·get
Shaw‐alfabet𐑑𐑸𐑜𐑦𐑑
Deseret‐alfabet𐐻𐐪𐑉𐑀𐐮𐐻
Meervoudtargets

Vertalingen

Afrikaansbestemming; doelwit
Albaneesqëllim
Catalaansblanc; objectiu
Deenshensigt; mål; formål
DuitsZiel
Esperantocelo
Faeröersmál; stevnumið
Finsmaali; päämäärä
Fransbut; dessein
Hongaarscél
Italiaansproposito; scopo
Jamaicaans Creoolsguol
LuxemburgsZil
Maleismaksud
Nederduitsdool
Nederlandsdoel
Noorsmål
Papiamentsmeta
Poolscel
Portugeesalvo
Roemeensscop
Russischцель
SaterfriesSiel; Swäk
Spaansblanco
Tsjechischcíl; účel
Turkshedef
Westerlauwers Friesdoel