Informatie over het woord visit (Engels → Esperanto: viziti)

Synoniemen: call on, see

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɪzɪt/
Afbrekingvis·it
Shaw‐alfabet𐑝𐑦𐑟𐑦𐑑

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) visit(I) visited
(thou) visitest(thou) visitedst
(he) visits, visiteth(he) visited
(we) visit(we) visited
(you) visit(you) visited
(they) visit(they) visited
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) visit (I) visited
(thou) visit(thou) visited
(he) visit(he) visited
(we) visit(we) visited
(you) visit(you) visited
(they) visit(they) visited
Gebiedende wijs
visit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
visitingvisited

Voorbeelden van gebruik

There have been reports that recruiters have even been visiting prisons, promising inmates freedom and money.
William Hague is the first UK foreign secretary to visit for six years.

Vertalingen

Afrikaansbesoek; kuier by; kuier
Catalaansvisitar
Deensbesøge
Duitsbesuchen
Engels (Oudengels)gretan
Esperantoviziti
Faeröersvitja
Finskäydä vieraissa
Fransvisiter
Hongaarslátogat
Italiaansvisitare
Jiddischבאַזוכן
Maleismengunjungi
Nederlandsbezoeken
Noorsbesøke
Papiamentsbishitá
Portugeesfazer visita; fazer visitas; ir ver; visitar
Roemeensvizita
Russischпосетить; посещать
Saterfriesbesäike; n Besäik moakje
Schotsveesit
Spaansvisitar
Srananfisiti
Thaisแวะ; เยี่ยม
Westerlauwers Friesbesykje