Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord opleiden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(dresseren; grootbrengen; kweken; opvoeden) | ; ; | |
(de weg wijzen; geleiden) | ; ; ; | |
(brengen; geleiden; voeren) | ; ; | |
🔗 Toen leidde Tarzan zijn mannen de onder hem liggende vallei in. | ||
🔗 Dat comité wordt overigens geleid door een zoon van president Lukašenko van Wit‐Rusland. | ||
; | ||
🔗 En, niet langer geleid door de bevelen van bovenaf, had hij zijn eigen denkvermogen aan het werk gezet. | ||
(aanvoeren; besturen; regeren; runnen; aan het hoofd staan van) | ||
🔗 Mugabe leidde Zimbabwe met harde hand. | ||
(uitgeput; uitverkocht) | exhausted | |
spent | elspezita | |
worn | ||
🔗 De benzine zal op zijn. | ||
(verbruikt) | used up | |
🔗 Als die op waren, was het wapen waardeloos. | ||
(aan; jegens; met; om; te; tot; voor; bij) | ; ; ; ; | |
🔗 Wie kan dat op deze afstand zeggen? | ||
(naar boven; omhoog) | ||
(aan; boven op) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik keek op de wijzerplaat. | ||
(binnen; in; per; te; van; aan) | ; | |
🔗 Over een half uur worden we op het paleis verwacht. | ||
(uit; van) | ; ; | |
(aan; bij; naar; tegen; tot; voor; naar … toe) | ; | |
🔗 Ze wees op de volle planken. | ||
(om; voor) | ||
🔗 En toen nu alles op een mogelijk gevecht werd voorbereid, vonden de jongens de verschijning dier zeereuzen niet meer leuk. | ||
(aan; bij) | ; ; | |
🔗 Op de hoek botste een man tegen mij op, die van de andere kant kwam en mij niet gezien had. | ||
(aan; betreffende; in; met; naar; omtrent; over; van; voor) | ; ; ; | |
🔗 Geef een duidelijk antwoord op de vraag! | ||
(langs; naar; volgens) | ; ; | |
🔗 Er staat weinig wind en in het donker kunnen we op de sterren varen. | ||
(bij; in; onder; met) | ; | |
🔗 En met wat meer geluk zie je op je wandeling spechten, boomvalken, dassen, haviken, heel veel libellen en zangvogels als bijvoorbeeld boomklevers. | ||
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; voor) | ||
🔗 De Israëlische luchtmacht voert steeds meer luchtaanvallen uit op de Gazastrook. |
Nederlands | Engels |
---|---|
opleiden | ⇆ arrest; ⇆ breed; ⇆ bring up; ⇆ educate; ⇆ groom; ⇆ prepare; ⇆ run in; ⇆ train |
leiden | ⇆ conduce; ⇆ conduct; ⇆ control; ⇆ direct; ⇆ govern; ⇆ guide; ⇆ lead; ⇆ manage; ⇆ operate; ⇆ spearhead; ⇆ route; ⇆ run; ⇆ shepherd; ⇆ take; ⇆ front; ⇆ train; ⇆ be in the lead |
op | ⇆ all in; ⇆ along; ⇆ at; ⇆ broken‐down; ⇆ by; ⇆ clapped‐out; ⇆ dead; ⇆ done; ⇆ exhausted; ⇆ frazzled; ⇆ gone; ⇆ in; ⇆ knocked up; ⇆ on; ⇆ onto; ⇆ out; ⇆ to; ⇆ up; ⇆ upon; ⇆ spent; ⇆ run‐down; ⇆ on top of; ⇆ washed up; ⇆ after; ⇆ at an end; ⇆ all gone; ⇆ worn out; ⇆ worn; ⇆ with respect to |
opleider | ⇆ teacher; ⇆ tutor |