Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord verspreiden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afgeven; verbreiden) | spread ; disseminate ; ; propagate | disvastigi |
🔗 Het gebouw verspreidde een stank. | ||
(uiteendrijven; uiteenjagen; verstrooien) | ||
(propaganda maken voor; propageren; uitdragen) | spread ; propagate | |
(zich verbreiden; om zich heen grijpen) | ; spread | |
🔗 Ze hadden zich over het noorden verspreid en trokken in langzaam tempo naar het zuiden. | ||
(uiteengaan) | ; | |
(uitspreiden) | spread | |
verspreid | ; scattered | |
verspreiding (verbreiding) | dispersion ; dissemination ; propagation | |
verspreiding | dispersion ; propagation ; spreading | |
verspreiding (diffusie) | diffusion | |
verspreiding |
Nederlands | Engels |
---|---|
verspreiden | ⇆ diffuse; ⇆ disperse; ⇆ disseminate; ⇆ distribute; ⇆ effuse; ⇆ give off; ⇆ hawk; ⇆ intersperse; ⇆ propagate; ⇆ rumour; ⇆ scatter; ⇆ send forth; ⇆ send out; ⇆ shed; ⇆ spread |
zich als een lopend vuurtje verspreiden | ⇆ spread like wildfire |
zich verspreiden | ⇆ disband; ⇆ disperse; ⇆ extend; ⇆ proliferate; ⇆ spread; ⇆ scatter |
spreiden | ⇆ even out; ⇆ spread; ⇆ stagger; ⇆ disperse |
verspreid | ⇆ diffuse; ⇆ diffusedly; ⇆ extended; ⇆ sporadic; ⇆ straggling; ⇆ stray; ⇆ scattered; ⇆ sparse |
verspreider | ⇆ circulator; ⇆ disseminator; ⇆ distributor; ⇆ pedlar; ⇆ propagator; ⇆ spreader |
verspreiding | ⇆ circulation; ⇆ diffusion; ⇆ dispersal; ⇆ dispersion; ⇆ dissemination; ⇆ distribution; ⇆ proliferation; ⇆ propagation; ⇆ pullulation; ⇆ spread; ⇆ scattering; ⇆ spreading |