Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord free trade
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(at large) | ; | |
(unoccupied; vacant) | ; ; | |
(gratis) | ; ; | |
🔗 Another good reason for using Perl is that it’s free. | ||
(for nothing; gratis; free of charge) | ||
🔗 Buy 4 videos and get 1 free! | ||
(release; liberate; turn loose) | ; ; | |
(above‐board; communicative; outspoken) | malkaŝema | |
(unchain) | ||
(liberate) | ||
🔗 If the slave killed the three dogs loosed at him, he was freed. | ||
; | ||
🔗 But when they come to trade with you and when they come to fight with you, can you not tell whether they are flesh and blood or not? | ||
trade (business; commerce; transaction) | ; ; | |
trade (handicraft; occupation; craft) | ; ; ; ; ; | |
(interchange; swap; change; exchange; share; switch) | ; | |
trade (occupation; job) | ; ; ; ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
free trade | ⇆ vrijhandel |
free | ⇆ bevrijden; ⇆ franco; ⇆ gratis; ⇆ in vrijheid; ⇆ in vrijheid stellen; ⇆ kosteloos; ⇆ los; ⇆ onbelemmerd; ⇆ onbesproken; ⇆ onbezet; ⇆ ongedwongen; ⇆ ongegeneerd; ⇆ ontslaan; ⇆ open; ⇆ portvrij; ⇆ royaal; ⇆ ten kostelozen titel; ⇆ verlossen; ⇆ voor noppes; ⇆ vrij; ⇆ vrij van dienst; ⇆ vrijgeven; ⇆ vrijgevig; ⇆ vrijlaten; ⇆ vrijmaken; ⇆ vrijmoedig; ⇆ vrijpostig; ⇆ vrijwillig |
trade | ⇆ ambacht; ⇆ bedrijf; ⇆ beroep; ⇆ branche; ⇆ handel; ⇆ handel drijven; ⇆ handeldrijven; ⇆ handelen; ⇆ handelsverkeer; ⇆ handwerk; ⇆ koophandel; ⇆ koopmanschap; ⇆ métier; ⇆ negotie; ⇆ nering; ⇆ ruilen; ⇆ stiel; ⇆ vak; ⇆ verhandelen; ⇆ verruilen; ⇆ zaken |