Informatie over het woord vrijmaken (Nederlands → Esperanto: liberigi)

Synoniemen: afhelpen, bevrijden, loslaten, verlossen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvrɛi̯makə(n)/
Afbrekingvrij·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak vrij(ik) maakte vrij
(jij) maakt vrij(jij) maakte vrij
(hij) maakt vrij(hij) maakte vrij
(wij) maken vrij(wij) maakten vrij
(jullie) maken vrij(jullie) maakten vrij
(gij) maakt vrij(gij) maaktet vrij
(zij) maken vrij(zij) maakten vrij
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vrijmake(dat ik) vrijmaakte
(dat jij) vrijmake(dat jij) vrijmaakte
(dat hij) vrijmake(dat hij) vrijmaakte
(dat wij) vrijmaken(dat wij) vrijmaakten
(dat jullie) vrijmaken(dat jullie) vrijmaakten
(dat gij) vrijmaket(dat gij) vrijmaaktet
(dat zij) vrijmaken(dat zij) vrijmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak vrijmaakt vrij
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vrijmakend, vrijmakende(hebben) vrijgemaakt

Voorbeelden van gebruik

Dus, meisje, Barbayat weet hoe de ziel kan worden vrijgemaakt van het lichaam.

Vertalingen

Albaneesçliroj
Deensfrigive
Duitsbefreien; entledigen; erledigen; freilassen; freimachen
Engelsrelease; free; liberate
Esperantoliberigi
Faeröersbjarga; fría
Fransdélivrer; libérer; réformer; relâcher
Italiaansliberare
Latijnliberare
Papiamentslibra
Spaanslibertar; poner en libertad
Thaisปล่อย
Westerlauwers Friesbefrije; ferlosse; frijlitte
Zweedsbefria; fria