Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord handelen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(doen; optreden; te werk gaan)
(handeldrijven)
(doen; optreden; te werk gaan)
🔗 Waar gaan we in handelen?
handelen over
temi pri
(afdoen; afwikkelen)
conclude
;
dispatch
;
🔗 Die kwestie is toch al jaren geleden afgehandeld.
(beslechten)
conclude
;
dispatch
;
findecidi
(affaire; koopmanschap; negotie; nering);
commerce
;
trade
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing.
(handeldrijven)
trading
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar?
(koopman)
🔗 Komen hier nooit handelaren?
manageable
;
tractable
good‐hearted
;
konsentema
(actie; optreden)
(actie; daad; verrichting); ;
(actie; daad; verrichting); ;
🔗 Voor een camera zou de vrouw seksuele handelingen hebben moeten verrichten met mannen en met de honden van de verdachten.
negotiate
negotiate
🔗 Dan zullen we met Conan onderhandelen.
(behandelen); ; ;
🔗 Ze worden ook in gedroogde vorm verhandeld.

NederlandsEngels
handelen act; deal; proceeding; trade
handelen naar act on
handelen op trade to
handelen over treat of; deal with
tot handelen overgaan proceed to action
afhandelen dispatch; field; settle; conclude
handel business; commerce; trade; trading; traffic
handelaar dealer; merchant; monger; marketeer; trafficker; trader
handelbaar amenable; docile; ductile; manageable; tractable
handeling act; action; dealing; deed; operation; process
handelwijze course; dealing; procedure; proceeding; way; method; way of acting
onderhandelen bargain; bargaining; negotiate; parley; treat
verhandelen do; negotiate; trade; traffic; deal in; discuss
wapenhandel use of arms; trade in arms; arms traffic