Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vrijloop

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(stroming; stroom)
(gaan; gang; verloop)
progress
🔗 Gij kunt de loop der gebeurtenissen niet meer beïnvloeden.
(ren)
;
pacing
(buis)
🔗 De loop van de revolver bewoog even, zodat Ted Orping erin kon kijken.
(ongedwongen; ongegeneerd; vrijmoedig; vrijpostig)
free and easy
;
carefree
;
relaxed
(aardig; tamelijk; redelijk)
fairly
;
🔗 Misschien maak ik daarom een vrij goedhartige indruk.
(los)
loose
malstreĉita
(leeg; onbezet; open);
unoccupied
;
(los)
loza
(los; op vrije voeten);
at large
🔗 Een 58‐jarige vrouw uit Langenboom, die wordt verdacht van mishandeling van een aantal pleegkinderen, is weer vrij.
(los; ongedwongen; vrijelijk; vrijuit)
freely
🔗 Ik kan dus vrij over hem schrijven.
(gratis; kosteloos)
(onbezet);
🔗 Er komt een kamer vrij in ons huis.
(onbelemmerd)
unchecked

DutchEnglish
vrijloop free wheel; idling; neutral
loop barrel; course; current; flight; heat; lapse; march; process; progress; race; trend; walk; run; running; runway; tenor; gait
vrij at large; at liberty; clear; disengaged; exempt; exposed; fairly; footloose; free; freely; heart‐whole; in the clear; loose; off duty; open; open‐ended; pretty; quit; rather; tolerably; unfettered; unlimited; unoccupied; unrestricted; untinged; vacant; self‐contained; uncommitted; unconventional; unengaged; at leisure; not engaged; leisure; spare; idle
vrijlopen go free; get off; escape; idle