English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word leisure

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
leisure
(spare time; time off; vacation; holiday; leave)
vrije tijd
leisurely
(quietly; calmly)
; ; ;

EnglishDutch
leisure vrij; vrije tijd
at leisure op zijn gemak; vrij
at one’s leisure op zijn gemak
be at leisure niets om handen hebben; onbezet zijn; vrij zijn
leisure activity vrijetijdsbesteding
leisure hour snipperuurtje; vrij uur
leisure time vrije tijd
leisured met veel vrije tijd
leisure‐wear vrijetijdskleding