Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word uitslijten
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(afslijten; slijten; verslijten) | wear away ; wear off ; | |
(afslijten; uitslijten; verslijten) | wear away ; | |
(afdragen; verslijten) | wear out | |
🔗 Laat hem zijn dagen verder slijten als salamander, of als hagedis aan de rivier de Gangue. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Dutch | English |
---|---|
uitslijten | ⇆ wear away; ⇆ wear off; ⇆ wear out |
slijten | ⇆ go off; ⇆ retail; ⇆ waste; ⇆ wear; ⇆ wear thin; ⇆ wear away; ⇆ wear out; ⇆ sell; ⇆ spend; ⇆ pass |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |