English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word retail

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
retail
;
retail
retail
retail
(detail)
; ;
retailer
retailer
retailer
retailer

EnglishDutch
retail en detail; in het klein verkocht worden; in het klein verkopen; kleinhandel; omstandig verhalen; rondvertellen; slijten
by retail en detail; in het klein
retail business detailhandel
retail dealer detaillist; kleinhandelaar; slijter; wederverkoper
retail outlet verkooppunt
retail price detailprijs; kleinhandelsprijs; winkelprijs
retail price index kleinhandelsprijzenindex
retail sale detailverkoop
retail trade detailhandel; kleinhandel; nering
sell by retail in het klein verkopen
sell retail in het klein verkopen
retailer detaillist; kleinhandelaar; neringdoende; neringdoener; slijter; wederverkoper