Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word speelterrein

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
speelterrein
(speelplaats)
speelterrein
(speelveld)
(doen; optreden; vertonen); ;
(uitvoeren);
enact
🔗 Ik had die dag met het idee gespeeld er een eind aan te maken.
🔗 Dit is niet een plaats om te spelen.
(vertolken)
🔗 „En ik”, zei Gurth, „heb voor een Saksische varkenshoeder de rol van Normandisch schildknaap niet slecht gespeeld.”
ludi la rolon de
; ;
🔗 Rusland heeft vrijdag voor het eerst toegegeven terrein te verliezen rond Bachmut.
(gebied)
🔗 Op dat terrein hadden hij en Ulsenn iets gemeen.

DutchEnglish
speelterrein playground; playing‐field; recreation ground
spelen act; be at play; disport; do; enact; gamble; game; perform; play; play out; render; toy; trifle; twiddle; sport; touch; play the part of
terrein area; emplacement; estate; field; game; going; ground; lot; range; terrain; site; walk; land; territory; plot; domain; province